Romke van de Kaa tuiniert en woont op het landgoed Hof te Dieren, voormalig bezit van stadhouder-koning Willem III. Hij genoot zijn tuinopleiding in Engeland en leerde zowel kweken als schrijven in dienst van tuinier en schrijver Christopher Lloyd. In 1994 verscheen zijn eerste tuinboek, Buiten de Perken, dat onlangs voor de veertiende maal werd herdrukt. Daarna verschenen Geluk is een grasveld, Tuinieren gaat niet over rozen, De getemde wildernis, Alles kan wachten, Verwilderen en De onderwereld van de tuin. Over De Getemde wildernis schreef Pauline Terreehorst in De Volkskrant: “Toch is Van de Kaa niet alllen maar opstandig, relativerend en grappig. Wanneer hij adviezen geeft over de verzorging van planten is hij opeens de degelijke tuinier voor wie geen enkele plant een geheim heeft, ook al vertikken ze het zelfs bij hem weleens te groeien en te bloeien. Juist die combinatie van ironie en vakmanschap maken hem tot zo’n uitzonderlijk tuinschrijver.”
Romke van de Kaa schrijft boeken en daarnaast werkt hij voor kranten, tijdschriften en websites in Nederland, België, Engeland en Duitsland. Samen met zijn Vlaamse collega Paul Geerts stelt hij ieder jaar de Tuinscheurkalender samen. In maart 2012 verscheen zijn boek ‘Verwilderen’, een pleidooi voor een natuurlijker manier van tuinieren.
Verwilderen – rijker door verarmen en meer plezier met minder werk
Naarmate het tweeverdienersmodel steeds meer de norm wordt, blijft er steeds minder tijd over voor de tuin. Ook de sociale media en het internetsurfen zijn bezigheden die ten koste gaan van de tuin. Geen wonder dat iedere tuinbezitter naarstig op zoek is naar een vorm van tuinieren die minder beslag neemt van zijn kostbare tijd.
Natuurlijk kun je je tuin plaveien, of vol storten met steenslag, maar het oog wil ook wat. Het ideaal is een mooie tuin die met weinig tijd kan worden onderhouden. Zo’n tuin bestaat, en je verkrijgt hem door planten te laten verwilderen. Verwilderen betekent niet helemaal niets doen. Dat leidt tot een wildernis van distels en brandnetels. In de verwilderingstuin blijft de tuinier de baas, maar inplaats van voortdurend te wieden en te schoffelen, heeft hij meer een sturende en begeleidende rol. Op die manier heeft hij meer plezier van zijn tuin, met minder werk.